Als je kind verdrietig is, lukt het meestal om zelf rustig te blijven en je kind te troosten. Als je kind driftig, teleurgesteld, moe, hangerig of zeurderig is, wordt het misschien lastiger. Dit zijn vaak delen die we in onszelf afkeuren en waar je moeilijker empathie voor hebt.
Net als bij verdriet, is het belangrijkste dat je zelf rustig blijft en emoties benoemt. Hierdoor leert het kind deze herkennen en uiteindelijk zelf benoemen.
1. kalmeer allereerst jezelf, adem in en uit, zeg tegen jezelf 'ik ben veilig, ik kan dit aan'
2. wens je kind liefde of als dat niet lukt op dat moment, wens je kind vrede of iets anders positiefs
3. beschrijf iets van het lichaam van het kind: bijvoorbeeld je hand is gebald tot een vuist, je hoofd hangt zo (doe het liefdevol na). Je lichaam vertelt me doet er iets gebeurd moet zijn (hiermee laat je het kind zien dat je hem ziet en accepteert, je brengt het kind tegelijkertijd weer naar zijn lichaam)
4a. Je kind reageert nu, bijvoorbeeld: 'ja, natuurlijk is er wat gebeurd, ik mag niet eens meer op de playstation!'
4b. je kind kijkt nu naar je, maar zegt niets. Probeer te raden wat je denkt dat er is en benoem dat.
5. benoem het gevoel: je bent teleurgesteld, je hoopte dat je op de playstation mocht, dat kan niet, het is laat, dat moet moeilijk voor je zijn
6. haal zelf diep adem.
7a. Als je kind meeademt, zeg: je kunt het handelen
7b. als je kind nog iets anders benoemt, herhaal je stap 5 en 6.
8. als je kind rustig is, kun je een knuffel geven als je kind dat fijn vindt
9. kom dan terug op wat het kind moest doen: 'Het is tijd om naar bed te gaan. Wil je als een konijntje naar boven huppen of als een tijger sluipen.'